Ruwvoer voor PPID-paard

Het beste ruwvoer voor uw paard is bij voorkeur grofstengelig. Het PPID-paard moet een goed verzorgd gebit hebben, zodat de kans op darmverstoppingen of andere vormen van koliek laag is. Indien toch krachtvoer wordt bijgevoerd, kies dan een ruwvoer met een laag suikergehalte. Kleine hoeveelheden krachtvoer verdeeld over meerdere maaltijden genieten de voorkeur boven één grote maaltijd.

Aangepast voeder voor oudere paarden bevat doorgaans weinig zetmeel en suiker, maar bevat anderzijds meer aminozuren, olie en vitamine E. 

Bij vermagering en afname van spiermassa

Paarden met PPID die vermagerd zijn en/of spiermassa verloren hebben, geldt eigenlijk hetzelfde als voor gezonde paarden met dit probleem. Het rantsoen voor conditieherstel moet extra energie bevatten voor de aanmaak van vet en eiwitten voor de spierontwikkeling. Daarnaast zijn er eveneens mineralen, sporenelementen en vitaminen nodig. Bij het geven van energie in de vorm van suikers en/of zetmeel, dient natuurlijk rekening te worden gehouden met eventuele aanwezige insulineresistentie. In plaats van suikers en zetmeel is vet, onder de vorm van olie, als energiebron te overwegen. Geef in dit geval wel extra vitamine E en bouw de olie in het rantsoen langzaam op (bijvoorbeeld over een periode van acht weken). Voorbeelden van plantaardige oliën zijn maïs(kiem)olie en zonnebloemolie.

Hoe de voeding aanvullen?

Om paarden met PPID van voldoende energie te voorzien, kan een ruime of onbeperkte hoeveelheid hooi of suiker- en zetmeelarme brokken worden gegeven.

Om spierafbraak tegen te gaan of om de opbouw te bevorderen, kan de voeding worden aangevuld met hoogwaardige eiwitten. Deze zijn aanwezig in sojaschroot, lijnzaadschroot, biergist.

Voedingssupplementen voor spieropbouw en spierherstel (bijvoorbeeld Equitop Myoplast®) bevatten ook geschikte bouwstenen voor de spieren. Indien de gezondheidstoestand van het paard dat toelaat, bevordert voldoende lichaamsbeweging eveneens de aanmaak van extra spierweefsel.