EMS staat voor Equine Metabool Syndroom. Hierbij is een insuline-ontregeling typerend met een hoger risico op hoefbevangenheid als gevolg. Hoe dit precies ontstaat, is nog niet helemaal duidelijk. EMS werd in 2002 voor de eerste keer gebruikt. Er wordt nog steeds onderzoek gedaan om meer inzicht te krijgen in het syndroom. Wat er wel bekend is, is de hoefbevangenheid als één van de voornaamste klinische problemen is bij paarden met EMS. Overgewicht bij paarden is meestal gerelateerd aan EMS.
Paarden met EMS kunnen de volgende symptomen vertonen:
Overgewicht is een groot gezondheidsprobleem bij paarden. Als een paard een grotere hoeveelheid vetweefsel heeft, dan kunnen er namelijk verschillende hormonen en ontstekingsmediatoren in het lichaam terechtkomen. Overgewicht heeft een impact op de hormoonhuishouding. Er wordt zelfs gedacht dat vet kan zorgen voor chronische ontstekingen. De stoffen die in het lichaam komen, beïnvloeden de insulinewaardes op een negatieve manier. Dat verhoogt het risico op hoefbevangenheid.
Overgewicht, of obesitas, ontstaat heel simpel gezegd door te veel voeding en te weinig beweging. Paarden worden in het voorjaar en in de zomer vaak zwaarder doordat ze meer gras eten. Ze bouwen vetreserves op om de winter door te komen. Echter, paarden hebben deze reserves tegenwoordig niet meer nodig omdat zij ook in de winter van voedsel worden voorzien. De reserves worden niet verbruikt en zo ontstaat er overgewicht bij het paard. Sommige rassen zijn hier gevoeliger voor, bijvoorbeeld Shetlanders Pony’s, Welsh Pony’s en andere koudbloeden behoren tot een risicogroep. Paarden die van oorsprong overleven op een sober rantsoen en die bovendien weinig of geen training krijgen, lopen een groter risico op overgewicht.
Typerend voor EMS is een toename van vet langs de manenkam. Het gebied wordt dan dik, hard en is moeilijk te bewegen. Dit wordt vaak gekoppeld aan insuline ontregeling. Het kan getest worden met de Body Condition Score en/of de Cresty Neck Score. Als een paard een 3 of hoger scoort, dan bestaat de kans dat hij EMS heeft.
De verdeling van vet over het lichaam is een vrij nauwkeurige manier om EMS vast te stellen. Testen op EMS gebeurt dan via de Body Condition Score en de Cresty Neck Score. Het is daarnaast van grote toegevoegde waarde om zoveel mogelijk informatie over het paard te hebben:
Soms is er sprake van een lichte of sluimerende vorm van hoefbevangenheid die niet duidelijk zichtbaar is. In dat geval kan de diagnose gemist worden. De hoeven van paarden hebben vaak duidelijke groeiringen als zij hoefbevangen zijn geweest. De dierenarts kan uitsluitsel geven door middel van lichamelijk onderzoek, bloedonderzoek en eventueel röntgenfoto’s.
In geval van overgewicht en EMS, kan het paard geholpen worden door het dieet aan te passen. Zodra de vetreserves afnemen, wordt de insuline beter gereguleerd en neemt het risico op hoefbevangenheid af. Het bewegingsschema, het management van het paard moeten worden aangepakt om de effecten van EMS te minimaliseren. Afvallen moet uiteraard wel op verantwoorde wijze gebeuren. Neem hiervoor contact op met je dierenarts.
PPID :
Hoefbevangenheid
Lokale vetophoping (boven oog)
Minder gevoelig voor insuline
EMS :
Hoefbevangenheid
Lokale vetophoping (schouder, staartbasis, nek)
Minder gevoelig voor insuline
PPID :
Voornamelijk bij paarden ouder dan 15 jaar
Spierverlies
Veel drinken en plassen
Lange krullerige vacht
EMS :
Voornamelijk bij paarden jonger dan 15 jaar
Geen spierverlies maar vaak overgewicht
Normaal drinken en plassen
Normale vacht